Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De koeien nu gingen recht in dien weg, op den weg naar [29]Beth-semes op een straat; [30]zij gingen steeds voort, [31]al loeiende, en [32]weken noch ter rechter- noch ter linkerhand; en de vorsten der Filistijnen gingen achter dezelve tot aan de landpale van Beth-semes. 29. Zie van deze stad Joz.15:10 in de aantekeningen, en Joz.21:16. 30. Hebreeuws, zij gingen gaande. 31. Te weten, omdat zij van haar kalveren afgetrokken waren, want ook de beesten hebben hun jongen lief. 32. Hieruit is af te nemen dat er verscheidene straten of bijwegen geweest zijn; maar deze koeien zijn, door de regering Gods, den rechten weg naar Beth- Semes ingegaan.